Op 4 juli 1862 ging Charles Dodgson een dagje uit met een bevriende familie, Liddell. Tijdens een roeitochtje vermaakte Charles een van de dochters van het gezin, Alice Liddell, met een zelfverzonnen verhaal. Ze vond het zo mooi dat ze hem opdroeg het op te schrijven. Dogson deed dat en drie jaar na de boottocht verscheen Alice in Wonderland, onder het pseudoniem Lewis Caroll.
Dat was gisteren precies 150 jaar geleden. Een mooi moment om de heruitgave van Alice in Wonderland (en het vervolg Achter de spiegel) in de prachtige vertaling van Nicolaas Matsier te lezen. Rainbow maakte de heruitgave, in een klein handzaam boek dat gemakkelijk mee kan in de trein. Ik heb het boek deze week herlezen en ik moet zeggen: er is nog niets van de frisheid ervan verloren gegaan. Wat Dodgson ook precies voorhad met die meisjes, die hij graag fotografeerde en van kuise kusjes voorzag: zijn proza flonkert en vonkt en leeft.
Precies op die vierde juli 2015, 150 jaar nadat Dodgson zijn boek voor het eerst in handen had, stond ik op de Balijebrug in Utrecht en keek ik naar de wielrenners die zich inreden voor de eerste etappe van de Tour de France. En ineens gebeurde het. Alberto Contador kwam langsfietsen. ‘Het konijnenhol liep een poosje rechtdoor als een tunnel, en dook toen plotseling omlaag, zo plotseling dat Alice niet eens de tijd had om zelfs maar aan stilstaan te denken voordat ze daadwerkelijk viel, door een heel diepe schacht.’
Van het ene op het andere moment was ik weer een jongetje van tien. Net als op de eerste bladzijden van Alice in Wonderland (en net als op de eerste bladzijden van Swanns kant op van Marcel Proust) viel ik door de tijden heen, vereenzelvigde ik me met het onderwerp van het verhaal waarin ik was verzeild geraakt (de Tour, de helden uit de Tour) en vervaagde het onderscheid tussen verhaal en werkelijkheid. Ik werd het verhaal waar ik midden in stond.
Even later was hij weer weg, Contador, de brug over, op weg naar de rest van zijn voorbereiding op de tijdrit. Maar ik had hem gezien, hij bestond echt, het was niet alleen een semi-fictioneel personage uit een heldenepos (die een keer was gevallen in een dopingzaak), maar een renner die door mijn stad fietste, op een gewone dag in juli van het jaar 2015. Ik was hem graag achterna gerend, net zoals Alice het konijn achterna rende, om daarna ergens doorheen te vallen, een andere wereld in.
Laatste reacties