Wie nog gedichten schrijft in het Nederlands
is niet goed bij zijn hoofd.
Collaboreert zo je wil met de postmoderne kliek
die van Nederlandstalige poëzie iets heeft
gemaakt dat je onder intellectuelen kunt verdelen.
Tot er niets meer te verdelen valt,
tot alles is verkruimeld in deridatjes
en verzuchtingen op niveau.
En men tot de nederige vaststelling komt
dat bijna niemand gedichten kan schrijven.
Wie nog gedichten schrijft in het Nederlands
is niet goed bij zijn hoofd. Hij kan het niet,
ziet als hij in de spiegel kijkt een avondkelner.
(c) Koenraad Goudeseune
De paradox van Koenraad Goudeseune want er zit veel rationeels in dit gedicht.
Geplaatst door: Paul van de Wiel | 06 juni 2012 om 12:13
Deze enigszins raadselachtige reactie van mij doet geen recht aan dit nuchtere gedicht van Koenraad. Alleen al een avondkelner als metafoor voor een gefrustreerd dichter/es op te voeren is een vondst. Ik neem aan dat deze origineel is. Helaas is zijn gedicht in tegenspraak met zijn euforische bespreking van de laatste bundel van Menno Wigman. Of mag een recensent alle richtingen inwaaien?
Geplaatst door: Paul van de Wiel | 08 juni 2012 om 23:27
Dank voor de aardige woorden, Paul. Je kunt van mij aannemen dat de vondst origineel is. Deze zin begrijp ik niet: 'Helaas is zijn gedicht in tegenspraak met zijn euforische bespreking van de laatste bundel.' Je spreekt zelf van een aardige paradox (het verwerpen van gedichten doet dit gedicht werken.) Nou dan?
Geplaatst door: koenraad goudeseune | 09 juni 2012 om 11:45
Je besprak de laatste bundel van Menno Wigman in euforische bewoordingen. Behalve Menno zullen er beslist nog meer goede dichters in Nederland en België zijn. Ik heb. bijv. de laatste bundel van C. Breukers, die ik erg goed vind en Martijn Benders blijkt volgens de recensies ook erg de moeite waard. Ik zou nog veel meer namen kunnen noemen.Waarom dan zo'n scherpe aanval op de Nederlandse dichters/essen? Hoeveel hiervan is ironie?
Geplaatst door: Paul van de Wiel | 09 juni 2012 om 14:13