Politiek spreken is altijd verhuld, meer gericht op het bereiken van desnoods een compromis dan op het kernachtig formuleren van een mening. Politici die te rechtstreeks spreken, bereiken niets, of weinig (behalve als ze een heel land weten te gijzelen met intimiderend gedrag, zoals sinds kort de PVV).
Henk Pröpper, directeur van het Letterenfonds, en Thomas Möhlmann hebben dat goed begrepen, en functioneren daarom prima in de (semi-)politieke omgeving waarin zij werken. De brief van Pröpper die ik gisteren doorgaf, en dit blogbericht van Möhlmann bewijzen dat.
Ik zal de laatste zijn om die houding te gispen; ideeën moeten worden doorgegeven, en als er een infrastructuur is die dat gemakkelijker maakt, of minder gevaarlijk voor de mensen die het ter plekke allemaal moeten opknappen, dan is dat alleen maar toe te juichen.
Persoonlijk zou ik me minder op de borst kloppen dan Pröpper en Möhlmann doen. Misschien is dat een calvinistisch trekje in mezelf ("doe maar gewoon..."). Misschien zeg ik dat, omdat ik vind dat je je niet moet laten voorstaan op het drijven van (kleine) handel met een totalitair geregeerd land, als je pretendeert een doorgeefluik te zijn voor ideeën, voor... cultuur.
Maar Pröpper en zijn fonds kunnen, als ze zouden hebben besloten om een ramkoers te varen, niet kunnen hebben meedoen aan die Boekenbeurs. Dat was over het geheel genomen "beter" geweest, als in "correcter" (vind ik, en wat iedereen verder vindt, moet hij zelf weten). Maar het is niet gebeurd en binnen de marges heeft het Letterenfonds geopereerd zoals het een non-gouvernementele organisatie betaamt.
Trots zou ik er, nogmaals, niet op zijn.
Veel revolutionairder is de aanpak van Martin Bosma, kamerlid voor de PVV. Deze man heeft het politieke spreken geheel en al de rug toegekeerd en kan alleen nog maar "communiceren" in de bijtende taal waar het parlementsgebouw tegenwoordig van gonst.
Op zich al behoorlijk vergaand, die vraag, maar op 2 september ging Bosma wel degelijk een stap verder. In deze kamervraag zette hij zijn vraagtekens bij het uitkeren van een jaarlijks "eregeld" (door het Letterenfonds) aan Hannemieke Stamperius. Hij noemt het "levenslang subsidie", wat bijna klinkt als een straf.
Het stellen van zo'n vraag kost ongeveer 2000 euro, overigens, als ik me baseer op dit bericht uit 2006 en een beetje inflatiecorrectie toepas. Vier kamervragen en er is meer geld verdampt dan er jaarlijks naar Hannemieke Stamperius gaat.
Bosma betoont zich in zijn vraag een ware revolutionair, iemand die een misstand signaleert en uit de weg wil hebben, zonder zich daarbij te bekommeren om het politieke spreken of de motieven die ten grond lagen aan het toekennen van dat eregeld. Hij signaleert iets en dat moet weg. De mantel van de politicus heeft hij, blijkbaar, afgelegd.
Iets bereiken zal Bosma niet, tenminste, niet in praktische zin. Niemand zal Stamperius haar eregeld afnemen. Wat Bosma wel bereikt, is dat de minachting waarmee over kunstenaars wordt gesproken, langzaam maar zeker gemeengoed wordt. Lid 3) van zijn zijn vraag is daar een mooi voorbeeld van. Het is de hoge toon van het onbegrip, die we volgens Bosma allemaal moeten "delen".
Misschien bedoelt Bosma vervolgens geestig te zijn, in lid 5): "Kunnen Henk en Ingrid ook levenslang subsidie van een kunstfonds ontvangen? Zo nee, waarom niet?" Maar ik vrees dat hij het serieus meent. Alles en iedereen is gelijk, en iemand die schrijft moet zich vooral niets inbeelden (of tegen de partijlijn inschrijven).
De schrijvers die een eregeld hebben (H.H. ter Balkt, Maarten Biesheuvel, Remco Campert, Thérèse Cornips, Miep Diekmann, Aline Glastra van Loon, Anton Haakman, Margriet Heymans, Else Hoog, Gerrit Kouwenaar, Louis Th. Lehmann, Willem G. van Maanen, Hannes Meinkema, Marga Minco, Tiny Mulder, Els Pelgrom, Sybren Polet, Ton van Reen, Jean Schalekamp, Bea Vianen, Hans Vlek, Leo Vroman, Frans van Woerden en Aya Zikken) zijn gewaarschuwd.
Martin Bosma is op uw aanvullende pensioen uit. Niet om het geld, of om de meesterwerken die u eventueel wel of niet schrijft, maar gewoon, omdat hij graag 187.500 euro wil weghalen bij mensen die in de kunst werkzaam zijn. Ondertussen schuift Bosma per maand bijna 7500 euro naar binnen, geld dat eveneens door de belastingbetaler wordt opgebracht.
De revolutie gaat niet langer in het rood gekleed, maar wordt door een vlucht meeuwen begeleid en door de belastingbetaler gefinancierd.
Meneer de minister! Doe er iets aan.
Overigens ben ik niet van mening dat al die 25 auteurs edelstenen zijn, aan de kroon der Nederlandse Letteren. Maar ik zou niet gauw aandringen op het afnemen van subsidie. Ik bedoel, dat is zo oncollegiaal. Wie zou dat doen, zonder zich diep en diep te schamen?
Te elfder ure en met één been reeds in het vliegtuig hebben enkele Nederlandse schrijvers zich dan toch wat 'rechtstreekser' geuit in Peking. Wie anders dan marktventer Kader A. moest weer zijn scheur opendoen? Het is maar zeer de vraag of de Chinese cultuur gebaat is bij dergelijk geblaat (zoals dat elke schrijver "uit het hart" moet kunnen spreken). Een retorische vraag, lijkt me.
Geplaatst door: Maan Leo | 05 september 2011 om 13:38
Misschien is de vraag hier retorischer dan elders?
Geplaatst door: Chrétien Breukers | 05 september 2011 om 14:30
Inmiddels heb ik de volksvertegenwoordiger Bosma dit gemaild:
Geachte heer Bosma,
naar aanleiding van uw kamervraag over Hannemieke Stamperius schreef ik het volgende bericht (op de door het Nederlands Letterenfonds gesubsidieerde website De Contrabas).
Ik ben zeer benieuwd naar uw reactie.
Met een groet, Chrétien Breukers
artikel:
http://www.decontrabas.com/de_contrabas/2011/09/china-tempel-van-wijsheid-en-cultuur-8.html
Geplaatst door: Chrétien Breukers | 05 september 2011 om 14:43
Joh,
Je denkt toch niet dat die Bosma kan lezen?
Iedereen weet dat PVV-ers vrouwen kunnen wurgen, door brievenbussen zeiken, kopstoten uitdelen, maar lezen...? Nee - veel gekker moet het niet worden.
Geplaatst door: Bart FM Droog | 05 september 2011 om 18:01
Noem me Gekke Henkie. Wat jaren geleden werd bekokstoofd kennelijk - het verlenen van een overheids 'eregeld' aan historische figuren als Miep Mulder en aan Joep Quadvlieg - daarvan had ik echt eerlijk nog nooit gehoord.
Ik ben blij te zien dat er nog zoveel eenvoudige bezuinigingsmogelijkheden bestaan in mijn omgeving. Voordat snijden echt pijn gaat doen. Hulde voor de Contrabas!
Geplaatst door: buigt | 05 september 2011 om 18:52
@Bart FH Droog,
Ik kan je gekker vertellen: die Bosma heeft een boek geschreven.
Geplaatst door: Bertus Pieters | 05 september 2011 om 23:01