Het bestuur van de Stichting P.C. Hooft-prijs voor Letterkunde heeft de P.C. Hooft-prijs 2009 toegekend aan de dichter Hans Verhagen (1939, Vlissingen). Dat heeft zij donderdag laten weten. Hans Verhagen, ook actief als journalist, filmer en schilder, debuteerde op z'n 24ste jaar als dichter in 1963 bij Nijgh & Van Ditmar met Rozen & Motoren.
Daarna volgden onder meer Sterren Cirkels Bellen en Duizenden Zonsondergangen. In 2003 verscheen Eeuwige Vlam, een verzamelbundel, en in 2008 kwam Zwarte gaten op de markt.
De jury bestond uit "de hoogleraar Nederlandse letterkunde Lut Missinne (Universiteit van Münster, voorzitter), de dichters Jan Baeke, Tsead Bruinja en Eva Gerlach (de laureaat van 2000) en Henny Vrienten (in zijn hoedanigheid van poëziebloemlezer)."
Het zal wel aan mij liggen, maar ik vraag me in ernst af waarom de belangrijkste literatuurprijs mede moet worden toegekend door twee dichters die nog tamelijk vooraan in hun carrière zitten, te weten Bruinja en Baeke; laat ze zich druk maken om hun eigen oeuvre, voordat ze op de bobo-stoel plaatsnemen.
De aanwezigheid van Henny Vrienten in de jury past goed in de typisch Nederlandse neiging om amateurisme de voorkeur te geven boven professionalisme, maar ik vraag me toch af of de goede man enige kennis van zaken heeft.
Tja, met alle respect voor de jonge dichters in de jury, die ik zeer waardeer, vraag ik me ook af of het gewicht van de prijs weerspiegeld wordt in de eruditie van de jury. Vrienten is een zeer belezen man, maar het belang van zijn bloemlezingen is vooral dat zijn bekendheid de gebloemleesden een duwtje in de rug geven kan. Een andere vraag is of we deze vraag ook hadden gesteld als een andere dichter (bijvoorbeeld Barnard, ik noem maar een zijstraat) deze prijs had gewonnen. Ik weet dat jij niet al teveel op hebt met de Barbaren, maar ze hebben natuurlijk wel een fikse invloed gehad. Berlef was al eens aan de beurt, dus het was - om met Brel te spreken: 'wie volgt?'
Geplaatst door: Hanz Mirck | 11 december 2008 om 15:51
Henny Vrienten heeft ongeveer alle dichtbundels gelezen die er in het Nederlandse taalgebied te vinden zijn. Ook is hij al decennia professioneel actief als musicus en tekstschrijver, van bovendien niet de minste liedteksten ooit geschreven. Een rasprofi, dus doe niet zo laatdunkend, Chrétien, en informeer je alvorens je een mening ventileert.
Geplaatst door: Micha Hamel | 11 december 2008 om 16:06
Ach ja, de verhalen over Henny Vrienten, en zijn, sorry, Zijn Belezenheid. De foto's voor zijn Boekenkast. Gelezen, gezien. Maar wie is hier laatdunkend, Micha. Een popmuzikant die de hoogste literaire prijs van een land uitdeelt, of ik?
Geplaatst door: Chrétien Breukers | 11 december 2008 om 16:16
Ho ho, belezenheid alleen wil niet zeggen dat je erudiet bent. En popteksten, hoe goed ook, zijn toch even wat anders dan poëzie kunnen onderscheiden die de top van alles in het huidige tijdsgewricht zou zijn, en dat kunnen beargumenteren. Dat Vrienten zijn eigen teksten schril vindt afsteken tegen de door hem bewonderde dichters doet daar niks aan af - de jury bestaat niet uit de literaire zwaargewichten die je daar zou mogen verwachten, toch?
Geplaatst door: hanz mirck | 11 december 2008 om 16:20
Ik heb even op de prijzensite van het LetMus gekeken, maar die mix tussen oud en jong, met een beetje de nadruk op jong, is vrij algemeen. En soms moet er blijkbaar ook een clown bij.
Geplaatst door: Chrétien Breukers | 11 december 2008 om 16:28
Nou, om enige media aandacht te genereren moet je tegenwoordig flink je best doen, sinds Beau van Erven Dorens ook schrijft. Dus moeten er kopstukken in een jury. Vrienten een clown noemen gaat me te ver maar ik denk dat dat soort overwegingen wel een rol gespeeld hebben bij de jurysamenstelling. Hoe dan ook, ik denk dat we hier zo over doorzagen omdat we vooral, eh, een beetje verrast zijn door de winnaar.
Geplaatst door: hanz mirck | 11 december 2008 om 16:42
Voor prijzen geldt m.i. hetzelfde als voor bloemlezingen: wie het er niet mee eens is maakt er zelf maar een cq looft er zelf maar een uit. Hans Verhagen. Een van onze grote dichters. Mooie winnaar toch? En de jury bestaat dit jaar toch ook niet direct uit analfabeten. Gemiddeld wat jonger dan anders, nou en? En aangevuld met iemand die al het grootste deel van zijn leven professioneel met liedteksten en muziek bezig is. Waarom zou zo iemand ongekwalificeerd zijn om in zo'n jury te zitten? Afgezien daarvan: wat is er nou belangrijk aan zo'n prijs? Maakt het werkelijk iets uit wie de P.C. Hooftprijs toekent of wie hem wint? Anders gezegd: wie had hem dan zoveel beter kunnen winnen deze keer, en wie had dat dan zoveel beter kunnen besluiten?
Geplaatst door: Ingmar Heytze | 11 december 2008 om 18:50
Hé, Ingmar, ga je het vuurtje opstoken? Volgens mij heb je gelijk waar je zegt dat het niet uitmaakt wie wint. Dat de jury niet uit analfabeten bestaat, dat is ook waar. Is ook nergens gezegd. Het ging mij om het al te gretige geschuur op de bobostoel, en het ging mij inderdaad om de belediging richting de poëzie, als een belangrijke prijs mede door een liedjesmaker wordt uitgereikt.
Geplaatst door: Chrétien Breukers | 11 december 2008 om 19:46
Mooie winnaar. Nog maar weinig bekroond ook. Prima keuze.
Geplaatst door: Maurice Buehler | 11 december 2008 om 19:46
"Belediging richting de poëzie"
Zeg, moet dat?
Geplaatst door: Samuel Vriezen | 11 december 2008 om 21:44
Nee, dat had mooier gezegd kunnen worden.
Geplaatst door: Chrétien Breukers | 11 december 2008 om 22:12
Okee, het is misschien wel verrassend, een jongere en meer multidisciplinaire (niet slaan) jury, maar een belediging vind ik wel erg zwaar uitgedrukt. Niet om te stoken hoor... Ter info:
http://literaireprijzen.nl/index.php?fuseaction=home.showPrijs&prijsnr=208
Waarbij me opvalt dat diverse jury's tot nu toe in elk geval wel minstens één lid bevatten dat nog als 'jong' betiteld kon worden.
Geplaatst door: Ingmar Heytze | 11 december 2008 om 22:43
En nu graag in de commentaren een verband met het stuk van Spinoy, of moet ik altijd zelf schrijven wat ik hier wil lezen.
Geplaatst door: RHCdG | 11 december 2008 om 23:23
Ingmar: ja, dat van dat "jonge" had ik ook al geconstateerd'; en nogmaals: het gaat me niet om hun dichtwerk, dat waardeer ik, maar om het bobo-schap...
En RHetc: Jij móét schrijven wat wij hier van jou verwachten. Aan het werk dus.
Geplaatst door: Chrétien Breukers | 11 december 2008 om 23:39
Het aardige is nu juist dat de P.C. Hooft zich onttrekt aan de karakterizering van Spinnoy. In dit geval is niet de verzamelde boekhandel aan het werk om het bedrijfsresultaat op te stuwen. Bij dat soort prijzen gaat het meestal om een uitverkoren, dus goed verkoopbaar werk. Hier om het oeuvre van een dwarse dichter.
Bewonderenswaardig. Goeie jury ook, met Vrienten. Drie hoeraatjes voor Verhagen!
Na het zoet komt ongetwijfeld veel zuur.
Geplaatst door: Henk van der Haar | 12 december 2008 om 00:12
Ik kan me niet herinneren dat er een kwaad woord viel over de kwaliteit van de bekroonde dichter. Ook niet over de jury, op een bromtoon (het bobo-schap van collega's) en een, nu ja, één kwaad woord over het jurylid Vrienten na.
Geplaatst door: Chrétien Breukers | 12 december 2008 om 00:25
Dat ene kwade woord: nergens voor nodig. Micha Hamel schreef het al.
En ja, waarom hij wel - Verhagen dus - en niet Hans Vlek? Zo blijft er altijd iets om over te zeuren.
Geplaatst door: Henk van der Haar | 12 december 2008 om 00:39
Uitstekend idee... Hans Vlek. Had ook goed gekund. Minder fijne lippenstift, maar toch, top kandidaat. Helaas blijf ik bij mijn kwade woord over jurylid HV: Nederland braderieland... dus hup, ook een prijs moet braderietrekjes krijgen.
Geplaatst door: Chrétien Breukers | 12 december 2008 om 00:49
De vraag is in hoeverre de PC Hooftprijs zich van AKO- en Libris-prijzen onderscheidt. Het is een grote prijs, maar lijkt toch wat meer verwant aan de prijzen van de Jan Campert Stichting. Wat zegt Spinoy daarover?
"En precies hierin ligt de functie van ‘moderne’ literaire prijzen: niet langer in ‘de bevordering van de Nederlandse letterkunde’ (zoals de Jan Campertstichting haar eigen doelstelling nog heel bevlogen formuleert), maar in het scheppen dan wel versterken van het fetisjkarakter van auteursnamen, titels, teksten (...)"
Het gaat nu om een prijs voor een dichter, maar was het voor een romancier geweest, dan had de commercie zich evengoed van deze prijs meester gemaakt. Dat is nu eenmaal wat ze doet, en op zichzelf is er natuurlijk niets mis met die fetisjering: welke fan wil er geen handtekening, lok, beha, of rotte kies van zijn idool? Het probleem is dat die fetisjen worden voorgekookt: als de commercie je 'sexy' vindt of een 'x-factor' in je bespeurt kun je ook zonder verdere verdiensten een held van deze tijd worden. Alleen vraag ik me af: hoe erg is dat voor een genre zonder commercieel potentieel als de poëzie?
Mijn indruk is dat Spinoy zich vooral zorgen maakt dat literatuur hem wordt ontvreemd. Hij heeft het veel over het belang van het ontwikkelen van literaire competenties, over consacrering en legitimitatie; kennelijk verdient literatuur die naam voor hem alleen wanneer voorzien van tot oordelen bevoegde (nl. literaire competenties ontwikkeld hebbende) legitimeringsverstrekkers, dus een volstrekt autonome literatuur. Maar wat moet een lezer daarmee? Die ís al autonoom als het goed is, die verleent zélf legitimiteit, en zal niet toestaan dat zijn voorkeuren hem door externe instanties worden voorgekauwd. Een lezer die leest is immers juist níet het grote publiek, die kudde die zich laat 'voorlichten', maar pleegt een daad van passief verzet; hij identificeert zich niet met een 'discours', maar gaat, met zijn boekje in een hoekje, in op een dialectische relatie met wat hij leest, en doet er goed aan de rest van de wereld niet tot die intieme relatie toe te laten. (Nu even niet vragen wat een criticus dan doet, want dat zijn onbetrouwbare honden).
Het gaat er bij die consacrering en legitimering door literair competente instanties uiteindelijk niet om dat een of andere externe instantie ons van onze literatuur vervreemdt, maar dat die ons van onszelf vervreemdt, waardoor men zich niet langer autonoom in de wereld op kan stellen. Hoewel dat geen onbekende topos is in Spinoy's werk, besteedt hij er hier geen aandacht aan, maar het is een onvermijdelijke conclusie uit zijn stuk. Daarom lees ik het vooral als een pleidooi voor het ontwikkelen van een onafhankelijke smaak, voor het vermogen eigen prijzen uit te delen, eigen canons samen te stellen, eigen bloemlezingen: dat is waar literatuur nu juist gelegenheid toe biedt. Niet omdat ze een 'autonome' praktijk is die het desondanks niet zonder legitimerinsinstanties kan stellen, maar omdat ze autonomie verleent aan een lezer, wanneer die ermee in aanraking komt. Wat daar omheen allemaal gebeurt met prijzencircuits etq. is voor die autonome positie maar van betrekkelijke betekenis, en ik zou er niet zo mee zitten. En als 'de lezer' dan zegt: ja maar dat prijzencircuit beneemt me het zicht op wat waardevolle literatuur is, en zelfs op mijn postmoderne zelf, dan zeg ik: hier - lees de nieuwe Grunberg, Japin of Aa Ef Thee: AKO en Libris zeggen dat het goed is, dus is het zeker goed voor jou.
Zoiets, Chrétien?
Geplaatst door: RHCdG | 12 december 2008 om 03:23
Ik wist niet dat er iets kon bestaan dat getypeerd kan worden als "een belediging richting de poëzie". Anders gezegd, ik wist niet dat 'de poëzie' beledigd kon worden. Hoe doe je dat? Hoe moet dat? (en: Mag ik dat ook een keer proberen?) En zo het zo is, vindt de poëzie dat ook niet zo erg, denk ik. Het zou mij in ieder geval bijzonder interesseren wat 'de' poëzie (die kennelijk een aantal herkenbare trekken bezit waaraan wij haar herkennen kunnen) op dit al responderen zou.
Kortom, hou ff op met deze lariekoek aub
Geplaatst door: Micha Hamel | 12 december 2008 om 06:48
Nou Micha, dank je wel voor de tip, en we nemen hem zeker mee in de besluitvorming over verdere berichtgeving.
Geplaatst door: Chrétien Breukers | 12 december 2008 om 08:46
@ Ingmar: ja, hoor eens, als je de P.C. Hooftprijs niet belangrijk vindt, maakt t inderdaad ook niet uit wie m wint of wie de jury is.
En verder: was Piet Gerbrandy maar hier, die zou me vast kunnen uitleggen wat er zo briljant is aan het werk van de winnaar... Dat neemt niet weg dat ik hem van harte wil feliciteren hoor, hij heeft er hard genoeg voor geknokt.
Geplaatst door: hanz mirck | 12 december 2008 om 09:48
In de jury van de PC Hooftprijs 2008 die voor het literaire essay bestemd was zaten:
Dirk van Delft
Vincent Icke
Amanda Kluveld (voorzitter)
Beatrijs Ritsema
René van Stipriaan
Dus maar één letterkundige (René van Stipriaan) en maar één iemand die kan schrijven (Beatrijs Ritsema). Ik vind de samenstelling van deze jury merkwaardiger dan die van de PC Hooftprjs 2009, al had die ook zwaarder gekund. De prijs in 2008 is dan ook toegekend voor literaire non-fictie, een genre waarvan men zich af kan vragen of het bestaat en of het niet een ordinaire uitgeverstruc is.
In de jury die de prijs aan Biesheuvel heeft toegekend in 2007 zaten ook jonge mensen als Stine Jensen en Arjen Fortuin. Die prijs had ook naar Willem G. van Maanen of A.F. Th. van der Heijden kunnen gaan. De jonge juryleden kennen het oeuvre van Van Maanen waarschijnlijk niet eens en dat van Van der Heijden maar gedeeltelijk. Dat is hun niet kwalijk te nemen maar wel het bestuur.
We kunnen ons dan ook afvragen of het bestuur van de stichting PC Hooftprijs wel de juiste beslissingen neemt bij de samenstelling van de jury. Dit is toch bij uitstek een jury waarin seniore literatoren dienen te zitten wiens oordeel boven elke twijfel verheven is. De prijs devalueert op deze manier en is dat eigenlijk al.
Geplaatst door: Erik Wadham | 12 december 2008 om 13:51
"Dit is toch bij uitstek een jury waarin seniore literatoren dienen te zitten wiens oordeel boven elke twijfel verheven is."
Wiens oordeel boven elke twijfel verheven is? Dat soort mensen heb je toch alleen in de dorpskroeg?
Geplaatst door: Samuel Vriezen | 12 december 2008 om 14:37
@Samuel: Boven twijfel aan competentie dan toch, in elk geval.
Ik denk dat een oeuvreprijs inderdaad wat meer (professionele) senioriteit vereist dan, laten we zeggen, een aanmoedigingsprijs of stimuleringsprijs.
Het beoordelen van iemands levenswerk tot dan toe vergt meer (levens)ervaring dan het signaleren van aanstormend jong talent.
Geplaatst door: Cath Blaauwendraad | 12 december 2008 om 15:06
In de Volkskrant vandaag een artikel met de titel 'Waarom altijd dezelfde schrijvers winnen', over beschouwingen van Hugo Verdassdonk.
Geplaatst door: hans kloos | 12 december 2008 om 15:49
Verdaasdonk
Geplaatst door: hans kloos | 12 december 2008 om 15:50
Lezen is niet 'een daad van passief verzet'. Het begint als aardigheid, Dik Trom omdat je met griep op bed ligt, en eindigt met Hrabal, Sebald, een theologische toelichting op Siebelinks kassakraker, gedichten van Weber, kortom, op het smalle pad van een zelfverkozen avontuur. Op reis!
Niks discours, legitimeringsinstantie of andere gekmakende wolligheid.
Geplaatst door: Henk van der Haar | 12 december 2008 om 16:25
Alleen Tsead is nog echt jong te noemen; de rest op zijn minst middelbaar. Ik heb trouwens niet de minste twijfel bij Tsead's geschiktheid voor een dergelijke jury op grond van belezenheid. Maar we kunnen zo'n oeuvreprijs natuurlijk ook pas serieus willen vinden als hij door de ene overlevende van een generatie aan de andere wordt uitgereikt.
Verder ben ik van mening dat het gezeur over Vrienten gewoon genant is.
Oh, en wat men nog eens zou vergeten, hartelijk gefeliciteerd Hans Verhagen met deze prachtige prijs!
Geplaatst door: Samuel Vriezen | 12 december 2008 om 16:47
Naar mijn mening heeft Henny Vrienten zeker kennis van zaken. Hij is zeer belezen, las al vroeg gedichten en schijnt zowat het liefst in de boekenkast te leven...behoorlijk oordelend om je af te vragen of hij in de jury thuishoort. Waarom niet??
Henny is al jaren veel meer dan een popmuzikant. Verdiep je in de man voordat je oordeelt.
Ik sta ervan te kijken dat in deze wereld deze nijd bestaat!
Geplaatst door: Pascalle | 14 februari 2009 om 11:16