Esther Naomi Perquin, op Meander:
Op het internet, waar ik me nog altijd zelden waag, lijkt momenteel het idee te hebben postgevat – waar dat vandaan komt weet ik niet – dat iedere lezer in potentie een recensent is. Een merkwaardige gedachtegang. Je treft er epistels aan, druipend van hoogmoed, gespeend van zelfs een klein beetje basiskennis, onhandig geschreven. Je haren gaan er van overeind staan. Zulke mensen hebben eigenlijk met hun tengels van de poëzie af te blijven, denk ik dan.
Er zijn goede, oprechte, weldenkende recensenten. Daaraan kun je veel hebben – zorgvuldige kritiek, vakkundige kritiek, daar mag je best even op kauwen. Ik heb met smaak de recensie van Pfeijffer over mijn bundel gelezen. Die was scherp, humorvol en eerlijk. Uiteindelijk blijft het ook zeer de vraag wat telt; de eigen poëtica (mits aanwezig), de juryleden van de literaire prijzen, de verkoopcijfers, je collega's, het Fonds voor de Letteren, de ene recensent, de andere? Je moet schrijven, denken, lezen, niet al te comfortabel raken, je op gezette tijden ergeren – maar je toch vooral op de hoofdzaak concentreren, dat vraagt al genoeg.
"Zulke mensen hebben eigenlijk met hun tengels van de poëzie af te blijven, denk ik dan."
Brrr, wat een eng.
Geplaatst door: Morphin van Geeuwen | 18 juli 2007 om 14:29
Zonder 'een' dan.
Geplaatst door: Morphin van Geeuwen | 18 juli 2007 om 14:30
Wat ik vreemd vind, is dat Perquin zich 'zelden' op het internet waagt, maar er wel een mening over heeft. Daarin lijkt ze op mensen die 'nooit tv kijken' maar wel iets te mauwen hebben over 'het niveau van de tv'.
Toch is het óók voor Perquin-de-lezeres dat ik mijn weblog bijhoud... Constante kwaliteit is onze reclame.
Nu maar hopen dat ze ooit eens een keer hier langskomt. Of op Poëzierapport. Of op... nu ja, er zijn best een paar aardige sites die ze zonder risico kan bezoeken.
Geplaatst door: Chrétien Breukers | 18 juli 2007 om 14:46
Dat is inderdaad vreemd. Het verbaast me dat ze zo afgeeft op lezers die in ieder geval de moeite nemen om een epistel te schrijven. Aan de andere kant, ze zijn ook niet meer dan verkoopcijfers: "Uiteindelijk blijft het ook zeer de vraag wat telt; de eigen poëtica (mits aanwezig), de juryleden van de literaire prijzen, de verkoopcijfers, je collega's, het Fonds voor de Letteren, de ene recensent, de andere?"
Geplaatst door: Morphin van Geeuwen | 18 juli 2007 om 20:30
En dan vergeten we nog dat intrigerende zinsdeel '(...) de eigen poëtica (mits aanwezig)'
Mits aanwezig. Daar word ik heel weemoedig van.
Geplaatst door: Chrétien Breukers | 18 juli 2007 om 20:36
Ze heeft wél een mooie naam.
Geplaatst door: Morphin van Geeuwen | 18 juli 2007 om 20:43
Inderdaad. En een mooie bundel geschreven, dat heeft ze ook.
Geplaatst door: Chrétien Breukers | 18 juli 2007 om 21:06
Raar mens, die Perquin. Amateur-recensenten, dat zijn de gedroomde lezers. Mensen die gratis en helemaal uit vrije wil de moeite nemen om heel aandachtig je bundel te lezen. Maar ja, wat heeft dichteres Perquin aan lezers? Die staan alleen maar in de weg. Lezers noemt zij 'verkoopcijfers'. Duidelijker kan je je dedain niet uitdrukken, dunkt me.
Geplaatst door: richard dekker | 18 juli 2007 om 21:46
Pardon, Richard? Bij mijn weten beschouwt Perquin haar lezers niet als 'verkoopcijfers'.
Wie het tegendeel beweert zou zulks, met een citaat bijvoorbeeld, moeten onderbouwen.
Want anders is dit gewoon een staaltje kwaadsprekerij en stemmingmakerij - zaken die overigens goed gedijen op het internet.
Wellicht dat Perquin zich er daarom liever niet te veel in verdiept.
Geplaatst door: Catharina Blaauwendraad | 18 juli 2007 om 23:20
Beste Catharina, het gaat om deze zin: 'Uiteindelijk blijft het ook zeer de vraag wat telt; de eigen poëtica (mits aanwezig), de juryleden van de literaire prijzen, de verkoopcijfers, je collega's, het Fonds voor de Letteren, de ene recensent, de andere?' Daarin worden de lezers vertegenwoordigd door het woord 'verkoopcijfers'. QED. Of de auteur moet iets heel anders bedoelen – maar dan moet je ook iets anders zéggen.
Geplaatst door: Chrétien Breukers | 18 juli 2007 om 23:26
Neen. De verkoopcijfers worden vertegenwoordigd door het woord verkoopcijfers. In een zin die begint met de woorden "Uiteindelijk blijft het ook zeer de vraag wat telt..." en die wordt voortgezet met een aantal statusverhogende factoren, waarvan de waarde ter discussie wordt gesteld. In een zin die wellicht niet woordelijk zo door Perquin is uitgesproken, maar door Sylvie Marie zo is opgetekend. En aan zo'n zin zouden we dan onmiddelijk conclusies over de arrogantie van Perquin moeten verbinden? Asjeblieft zeg!
Geplaatst door: Catharina Blaauwendraad | 18 juli 2007 om 23:50
"Ik heb met smaak de recensie van Pfeijffer over mijn bundel gelezen."
Lijkt me niet dat een persoon die dit schrijft de aangewezen persoon is om te klagen over 'onhandig geschreven' stukken van anderen. Verder is het natuurlijk wel zo dat de meeste online recensies een bedroevend niveau hebben, maar volgens mij is het verschil met kranten ook weer niet zo heel erg groot. Er zijn gewoon weinig goede recensenten.
Geplaatst door: M.H.Benders | 18 juli 2007 om 23:56
@ Blauwendraad:
Ik wil het best even voor je uitspellen want schijnbaar is dat nodig:
'Uiteindelijk blijft het ook zeer de vraag wat telt;'
Vervolgens volgt een opsomming waarin de lezers helemaal niet voorkomen. De conclusie dat 'verkoopcijfers' dus schijnbaar synoniem zijn aan deze lezers ligt voor de hand en heeft nul komma niks met 'kwaadsprekerij' of 'stemmingmakerij' te maken.
Geplaatst door: M.H.Benders | 19 juli 2007 om 00:06
De conclusie zou eveneens kunnen luiden dat de vraag of de lezers tellen, niet eens ter discussie staat.
En als je toch aan het spellen slaat, probeer dan meteen even mijn naam correct te spellen.
Welterusten.
Geplaatst door: Catharina Blaauwendraad | 19 juli 2007 om 00:18
Kijk Benders, dat laatste had ik al toegevoegd, en we zijn hier bovendien beleefd tegen elkaar. Dus.
Geplaatst door: Chrétien Breukers | 19 juli 2007 om 00:18
'Er zijn gewoon weinig goede recensenten'.
Het zal best waar wezen - maar waar ligt dat aan in een land met zoveel goede dichters? Mijn indruk is dat het voor een groot deel aan het genre van de recensie zelf ligt.
Ik herinner me een avond in Perdu waar vier recensenten gevraagd werd iets te zeggen over een zekere bundel. Aan de bar kwamen die vier, onder wie ik, erachter dat geen zichzelf als recensent beschouwde, haast alsof het een smerig woord was. We waren essayisten, 'critici' eventueel, maar geen recensenten.
Het probleem met recensies is dat ze onder dwang staan van een uit te spreken oordeel. Met het geven van dat oordeel hebben de meeste recensenten, vooral op het internet, geen moeite, want oordelen geven verleent vanzelf al status aan de beoordelaar. Maar om een oordeel te kunnen geven zul je toch eerst op onderzoek moeten gaan, en zodra je dat doet ben je niet meer aan het recenseren (van Lat. censere: inspecteren, oordelen, taxeren, etc.) maar aan het essayeren. En daarbij is er meer in het geding dan alleen de voorliggende bundel: de essayist zelf én zijn methode doen ook mee. Bij veel recensies blijven die buiten beschouwing (buiten schot), waardoor elke vorm van legitimatie ontbreekt: er wordt eigenlijk maar wat beweerd.
Het is best mogelijk goede recensies te schrijven, neem Vestdijk bijvoorbeeld. Elke bundel die hij onder ogen kreeg was een nieuw raadsel voor hem, omdat hij voor zichzelf nog steeds een raadsel was, al had niemand meer autoriteit dan hij.
Geplaatst door: RHCdG | 19 juli 2007 om 00:29
Hierop aansluitend: ik, een der 'internetrecensenten', voel me natuurlijk aangesproken door de klacht dat recensies, en dan met name die op het internet, onder de maat zijn. Kennelijk komt hetgeen de recensent wil schrijven niet overeen met wat zijn lezer wil lezen.
De meeste recensenten, waaronder ik, doen met hun recensie verslag van hun persoonlijke confrontatie met het werk - als het goed is met inzet van hun kennis, en ter verkenning van hun smaak en persoonlijkheid (vandaar ook wellicht de 'hooghartige' toon waar Perquin zich aan stoort?). De lezer interesseert zich echter - terecht - niet voor de persoonlijkheid en de smaak van de recensent.
Probleem is misschien dat het oordeel dat in een recensie wordt geveld, wordt gezien als een definitief en vaststaand standpunt - terwijl de verwoorde reactie op een werk noodzakelijk een momentopname is. Een recensie lijkt me geslaagd zodra de onderbouwing van het oordeel deugdelijk is - wat vanzelfsprekend niet betekent dat die niet voor discussie vatbaar zou hoeven zijn; ook voor de recensent zelf staat het oordeel immers zelden vast.
Of Nederland niet zoveel goede recensenten heeft, weet ik niet, ik vind er wel een aantal goede rondlopen. Recensenten die zichzelf belangrijker vinden dan het werk zijn natuurlijk irritant, en ik heb de indruk dat je die meer op het internet vindt dan op papier.
(Als auteur van een kritische, gematigd positieve, en ook in mijn ogen niet erg geslaagde recensie van 'Servetten halfstok' houd ik er rekening mee dat Perquin ook op mij doelt; in dat geval nodig ik haar uit mij daar direct op aan te spreken.)
Geplaatst door: Edwin Fagel | 19 juli 2007 om 13:43
"Een recensie lijkt me geslaagd zodra de onderbouwing van het oordeel deugdelijk is"
Het zou best kunnen dat er lezers zijn die graag goed onderbouwde deugdelijke recensies lezen. Zelf hou ik daar helemaal niet van, zoals ik ook niet van deugdelijke politieke partijen als de Christenunie of stichtelijke poetische flarfpraatjes hou. Geef mij maar een schelmenrecensie, een vurige, soms oneerlijke en soms belachelijke recensie die stof doet opwaaien. Een recensie die maling heeft aan het waanidee dat de recensent uberhaupt een degelijk oordeel kan geven. Een recensie is voor mij geslaagd als deze leuker is om te lezen dan het werk dat door de recensie wordt besproken. De recensie wordt dan functioneel: hij bespaart de lezer tijd.
Geplaatst door: M.H.Benders | 19 juli 2007 om 14:27
Verspilde moeite, het leven is kort. Schelmen zijn er om autoriteiten belachelijk te maken, vurigheid is er om te beminnen of om tekeer te gaan tegen groot onrecht. Arme poezierecensent die zo meent stof te doen opwaaien. Ijdelheid is het. Daar is het genre niet voor. Bespreek iets dat de moeite loont om te (her)lezen.
Enthousiasmeer!
Geplaatst door: leo hermens | 19 juli 2007 om 15:03
Ha Martijn,
Om voor eens en voor altijd het misverstand uit de weg te ruimen: daar hou ik ook van. Ik vind dat alles mogelijk moet zijn, in kunst, en waarom dan niet in kunstkritiek (die grens mag ook best overschreden of opgeheven worden). Wie ben ik om tegen leuke stukken te zijn?
Mijn punt is wel dat je dat dan wel verdomd goed moet doen, anders is het alleen maar flauw.
En de vraag die je daarbij kunt opwerpen is of je het besproken werk dan wel recht doet. Niet, lijkt me, maar de vraag is of dat erg is. Dat hangt m.i. van het geschrevene af. Iets prijzen of afkraken zonder daarvoor argumenten te geven kan snel lijken op gelul (excusez le mot) waar niemand iets aan heeft. Maar als het een bevlogen, goed geschreven, of in jouw woorden 'vurige schelmenrecensie' is, dan kan het inderdaad nog steeds een mooi stuk zijn - maar dan dus op een heel andere manier.
(En: de Christenunie deugdelijk?)
Geplaatst door: Edwin Fagel | 19 juli 2007 om 15:08
Hoi Edwin,
Mee eens, het moet uiteraard wel erg goed geschreven zijn om zichzelf te verantwoorden. Anders is het resultaat inderdaad van het kaliber 'Paul de Leeuw op papier'. Een fenomeen waar Breukers nogal eens last van heeft, maar dat even terzijde. Maar ook de recensie is in wezen een kunstvorm en ik vind dat veel recensenten veel te schools met de materie omgaan. Ik vind jou overigens een van de betere online recensenten, maar er is zoals gezegd weinig competitie. Naar mijn mening kan beter de kritiek gesubsidieerd worden dan de productie, maar dat is een hele andere discussie weer.
Geplaatst door: M.H.Benders | 19 juli 2007 om 15:16
Hallo Leo,
Je schrijft: 'Bespreek iets dat de moeite loont om te (her)lezen.'
Maar het is toch ook – in het kader van de informatievoorziening, en omdat het soms leuk is om over een slechte bundel heen te rijden – nodig om minder goede bundels, of slecht bundels te bespreken?
Geplaatst door: Chrétien Breukers | 19 juli 2007 om 16:29
@ Hermens
"Daar is het genre niet voor."
Het is zoals altijd een dualistisch gevecht tussen komedie en tragedie. In het eerste geval is het funest je te beperken tot de schoolse limitaties van het genre. In het tweede is het juist de kunst totaal te excelleren in de limitaties van het genre zelf. Beide methodes hebben een lezenswaardig resultaat. Andere methodes meestal niet.
Geplaatst door: M.H.Benders | 19 juli 2007 om 16:49
Is het leuk om over een bundel heen te rijden? Omdat dat dan zo een klein hupje geeft in de buik? Daar zij ze denk ik te dun voor.
Is het nodig? Zoals brood en water? Zoals informatie over het weer als je gaat wandelen?
Ik begrijp de moeite niet. En ik laat me liever lekker maken om een bundel wel te lezen.
Geplaatst door: leo hermens | 19 juli 2007 om 16:56
Als ik Chrétien voor Leo alvast mag antwoorden: iemand de grond in boren 'in het kader van de informatievoorziening' klinkt op zichzelf al ongeloofwaardig. Meestal gebeurt dat wanneer de recensent zijn liefje is kwijtgeraakt, zijn rekeningen niet kan betalen, de avond tevoren voor gek werd gezet in het café of gewoon omdat hij met een slecht humeur uit bed is gestapt. Maar die dingen lees je allemaal uiteraard niet in de prachtrecensie die vervolgens ten koste van de dichter wordt geschreven en gepubliceerd. Die dichter heeft drie jaar moeten wachten voordat hij zijn nieuwe bundel uitgegeven kreeg; hij heeft er moeite voor gedaan, hij is er misschien - en statistisch gezien waarschijnlijk - in gefaald. Misschien was het een debutant die met hoop en vrees naar de besprekingen uitkijkt, maar daar heeft de recensent allemaal geen moer mee te maken. Die heeft tenslotte zijn eigen verantwoordelijkheden: zijn ijdelheid in de eerste plaats, en zijn stijltje, en zijn positie in het veld, en de zak met rapportcijfers waarin hij naar willekeur mag graaien.
Dat is, lijkt mij, de werkelijkheid achter de claim van veel internetrecensenten.
Geplaatst door: RHCdG | 19 juli 2007 om 17:07
@ Hr. Benders
Ik wil helemaal niets weten van des recensenten eigen tragikomische strijd. Zijn excellentie dient (misschien ben ik ouderwets) ook nog een ander doel dan excellent te wezen, namelijk het smaak maken voor de poezie. Ik wil zijn methode niet doorzien, ik wil meegevoerd worden in zijn betoog. En dan die bundel gaan kopen.
Geplaatst door: leo hermens | 19 juli 2007 om 17:37
@ Hermens
U verwart hier recenseren met reclameteksten schrijven. U kunt zich denk ik beter beperken tot het lezen van boekflappen. Die zullen u immer stimuleren het aangeprijsde boek ook aan te kopen.
Geplaatst door: M.H.Benders | 19 juli 2007 om 18:26
Het lezen van boekflappen overtuigt mij nimmer voor het boek. U verwart enthousiasme, bevlogenheid met kretologie en mogelijk verwart u intelligentie met afprijzing.
Geplaatst door: leo hermens | 19 juli 2007 om 20:23
Het idee dat het primaire doel van de recensie de boekverkoop is is erg kortzichtig.
Een goed voorbeeld is het immens populaire autoprogramma 'Top Gear'. Waar andere autoprogrammas zich bepreken door de door u geroemde schoolse besprekingen breekt Top Gear juist uit de voegsels van de klassieke autorecensie en gaat kruisverbanden aan met andere genres. Dat levert een veel beter, want leuker, resultaat op.
Het kan best zo zijn dat 'Top Gear' niet zo'n nuttig programma is als je wilt weten welke auto je wilt kopen en welke niet. Dat betekent echter niet dat er iets mankeert aan het programma - het is een in zijn genre uniek en kijkwaardig programma dat juist op een zeer effectieve wijze de interesses van autoliefhebbers portretteert.
Geplaatst door: M.H.Benders | 20 juli 2007 om 10:26
@ RHCdG: De rapportcijfers, je doelt op Poëzierapport, zijn enkele maanden geleden afgeschaft. Maar het staat je vrij er tot aan je dood te blijven naar verwijzen.
Martijn Benders zegt: "Geef mij maar een schelmenrecensie, een vurige, soms oneerlijke en soms belachelijke recensie die stof doet opwaaien. Een recensie die maling heeft aan het waanidee dat de recensent uberhaupt een degelijk oordeel kan geven. Een recensie is voor mij geslaagd als deze leuker is om te lezen dan het werk dat door de recensie wordt besproken." Eigenlijk ben ik het daar volledig mee eens. Zoiets beklijft en de besproken auteur doet er zijn voordeel mee, want saaie recensies leest niemand. Helaas menen veel literaire bladen nog altijd dat een recensie academisch moet zijn en veel moeilijke woorden bevatten.
Geplaatst door: Philip Hoorne | 20 juli 2007 om 10:41