Kees Engelhart, geboren op 05-01-1957 te Beverwijk en sinds 1974 woonachtig in Den Helder. Men spreekt al van een ‘fenomeen’, en ‘nu reeds een legende’, reden te meer om Engelhart zelf eens aan het woord te laten omtrent deze wellicht boude omschrijvingen. Begin november verschijnt namelijk Engelharts debuut Wereldsuccessen, een debuut dat een lange ontstaansgeschiedenis kent, bij BnM uitgevers te Nijmegen. Daarom: een namiddag half oktober 2006 te zijnent.
Lees verder in de Kleine Zaal, voor dit mini-interview, dat vanwege de nogal ruime uitvoering, in twee of drie stukken is gehakt en daarom strikt genomen geen mini-interview meer is te noemen; hoewel het helemaal binnen het oorspronkelijke concept valt; dus vooruit: het is toch een mini-interview. Vandaag: vraag 1 en vraag 2.
Dat is geen interview, dat is een afrekening met iedereen die Engelhart niet kon of wilde uitgeven. Maar het is wel een leuke afrekening, en op veel punten behoorlijk herkenbaar. Ook in de zwakkere kanten ervan: dichters denken altijd dat uitgevers op hun knieën hebben zitten wachten op hun meesterwerken, en raken gepikeerd wanneer blijkt dat een uitgever ook nog andere problemen blijkt te hebben.
Geplaatst door: Ingmar Heytze | 31 oktober 2006 om 08:52
@ Kees. Gefeliciteerd jongen, met je debuut. Trouwens, ik las al een recensie over je bundel in het Rotterdamse literaire tijdschrift Passionate.
Geplaatst door: F. Papenhove | 31 oktober 2006 om 09:42
Leuk te zien dat er eindelijk iemand is die die opgenomen interviews integraal uittypt.
Geplaatst door: Ruben van Gogh | 31 oktober 2006 om 11:21
Leuk te zien dat Kees Engelhart zo goed en vlot spreektalig schrijft dat iemand als Ruben van Gogh gelooft dat het een opgenomen interview is.
x
Geplaatst door: Xavier Roelens | 31 oktober 2006 om 20:39
Maar Xavier, je dacht toch niet dat ik dacht etc? Als ik dat namelijk dacht had ik nooit etc. Etc etc. En ze leefden nog lang en etc.
En had ik maar iemand die voor mij alles etc...
Geplaatst door: Ruben van Gogh | 02 november 2006 om 00:03
Beste Ingmar,
Je bedoelt het waarschijnlijk opbeurend, maar: het is geen afrekening, het is een observatie. Natuurlijk is het een afrekening, die observatie. In mijn ogen steekt dit specifieke wereldje belachelijk, ik zie alleen maar inhakers en zich geen gelegenheid voorbij laten gaande aanstaande invoegers tot welke kniebuiging dan ook bereid, namelijk, in elkaar. Het dienen van verkeerde belangen viert hoogtij. Ik vraag mij weleens in gemoede af hoe toch de dichtkunst, door iedereen zo vereerd, en waar het ons allemaal om begonnen is, in die contreien zich het arme hoofd boven water moet houden.
Over de door jou aangetekende zwakke kant in mijn betoog wil ik nog wel zeker kwijt dat het mij geen bal interesseert of dichters menen dat hun meesterwerken door de betreffende redacties niet op de juiste waarde geschat worden. Die dichters interesseren mij in het geheel niet, noch de redacteuren van de uitgeverijen die een en ander beoordelen. Ik ken mijn werk als geen ander. Mijn nieuwsgierigheid gaat uit naar alles wat er plaatsvindt in die wereld, want godzijdank zijn er vele werelden, en daar, naar mijn maatstaven, verslag van doen. Dat wil ik. Ik ben niet geinteresseerd in de bedrijfsvoering van een uitgeverij. Ik meen dat ik, als auteur, er recht op heb dat mijn werk uitgegeven wordt, ik ben namelijk schrijver. Daarom behoef ik mij aan niets of niemand te conformeren: dat zou dat speciale voorrecht van de schrijver behoren te zijn. Dat nodig is voor het maatschappelijk en intermenselijk welzijn. Dat er dingen gezegd worden die anderen, vanwege hun positie, arbeid, gezinsomstandigheden, geestelijke gesteldheid, niet kunnen of durven zeggen. Op het moment dat een dergelijke persoon zich conformeren moet, vanwege statusgewin, geld, of wat dan ook, is de dichtkunst in gevaar! Dat er hopelijk nog lui zijn die slechts dat doen waarvan zij vinden dat te moeten doen. Begrijp je? Dat laatste bedoel ik, op de mij zo eigen onbeholpen wijze, aardig! Ik hoef er dan ook niet van te leven, zoals jij wel. Ik heb geld van mijzelf, dus heb ik makkelijk praten, maar vergis je niet, ik ben verre van wereldvreemd. Ik weet waarover ik het heb, ik weet niet hoe jij er diep in je hart over denkt. Dat behoef en wens ik ook niet. Je bent, ergens afhankelijk van die wereld, hoewel begrijpelijk, weinig benijdenswaardig voor iemand als ik. Ervan uitgaande dat je, wat ik zeker geloof, een onafhankelijk dichter zijn wilt, die slechts dat aan het papier toevertrouwt wat hem na aan het hart ligt. Denk nog eens over een en ander na, als je wilt?
Met vriendelijke groet,
Kees Engelhart
Geplaatst door: Kees Engelhart | 02 november 2006 om 00:12
Hallo Fred,
Dank je! Was het een beetje een recensie?
Groet,
Kees
Geplaatst door: Kees Engelhart | 02 november 2006 om 00:14
Goedemorgen Ruben,
Integraal uitgetypte vraaggesprekken zijn altijd de meestlevenslustige. Prijs daarom de heer Breukers voor zijn zichzelfwegcijferende benadering. Geen beschouwingen van het interieur, de kwaliteit van de koffie, enzovoort. Hij heeft zich, als interviewer, en als mens, daar kan geen twijfel over bestaan, voorbeeldig van zijn taak gekweten. Zo denk ik erover, mijn hulde aan hem. Ik heb het interview gefascineerd gelezen!
Vriendelijke groet,
Kees Engelhart
Geplaatst door: Kees Engelhart | 02 november 2006 om 00:25
Best Xavier,
Maar het is toch wat het is? Dat heeft, mijns inziens, niets met geloven te maken! Wat jij?
Vriendelijke groet,
Kees Engelhart
Geplaatst door: Kees Engelhart | 02 november 2006 om 00:32
Beste Ruben,
Heeft de koffie zijn werk gedaan? Denken wij niet gewoon teveel, en zoeken wij niet overal iets achter? En dacht Xavier misschien... dat jij dacht... dat Xavier dacht...
Een fijne dag,
Met vriendelijke groet,
Kees Engelhart
Geplaatst door: Kees Engelhart | 02 november 2006 om 00:37
Beste Kees,
Ik geloofde dat iemand anders geloofde dat het iets anders was dan wat het is, maar het is inderdaad wat het is, dat geloof ik ook, ja, net als die andere persoon, geloof ik te begrijpen. En meer dan geloven, heb ik deel 1 van het interview met plezier gelezen.
Ik ben het wel niet tot op de naad eens met je bewering dat je omdat je schrijver bent, dan causaal het recht hebt om uitgegeven te worden. Ik ben het wel eens als je daarmee bedoelt: ik ben schrijver, dus ik heb het recht om wat ik schrijf naar een lezer te brengen. Maar uitgegeven worden, daar moet een uitgever, die een financiële investering doet, mee over beslissen en daar ga je een contract over aan. Je komt in een kapitalistische mallemolen terecht, hoe klein ook je persoonlijke tijdsinvestering daarin is. Dat is geen recht meer, maar een concrete invulling van je recht, meer bepaald de keuze om in een afhankelijkheidssituatie annex vertrouwensband met een financiële en promotionele katalysator voor je dichtwerk te stappen. Het is in zekere zin een verdienste, in zekere zin ook een voorrecht en ik ben blij dat dat voorrecht jou te beurt gevallen is.
x
Geplaatst door: Xavier Roelens | 02 november 2006 om 01:06
Ha Kees!
Over wat je opwerpt heb ik al vrij lang en breed nagedacht, juist omdat ik een deel van het betoog zelf had kunnen schrijven over de tijd dat ik zelf bezig was een uitgever te zoeken. Ik heb ook niet zoveel met de literaire wereld, maar niet omdat ik mezelf dichter waan. Dat deed ik twintig jaar geleden niet en dat doe ik nog steeds niet. Dat laat ik liever aan anderen over. Als een uitgever mijn werk wil uitgeven, ben ik kennelijk - in de ogen van die uitgever - dichter. Als vervolgens een paar duizend lezers mijn werk kopen, denken die lezers er blijkbaar ook zo over. Als ik, mede als gevolg van de relatieve bekendheid en marktwaarde die dat succes oplevert mijn werk kan maken van het schrijven, vind ik dat prettig. Op het moment dat dat niet meer lukt ga ik vrolijk wat anders doen. Mijn eenpersoonsbedrijf staat maar in het teken van één ding: mooi werk schrijven en dat naar buiten brengen. Onder verwijzing naar eerdere discussies over het subsidiebeleid van het Fonds voor de Letteren wil ik daar aan toevoegen: en het het interesseert me, binnen de grenzen van de wet en het kleine beetje maatschappelijke idealen dat ik nog aanhang, geen ruk waar het geld daarvoor vandaan komt. Komt het uit subsidie voort? Prima. Verdien ik het zelf met schrijfwerk, lesgeven en optredens die bijna altijd wel, maar soms ook vrij weinig met poëzie te maken hebben? Even better. Moet het worden verdiend met de stomme uitzendbaantjes zoals ik die vroeger deed? Minder mooi, want dan moet je meer uren maken voor minder geld, zodat er minder tijd overblijft om te schrijven. Als ik, zoals jij, een zak eigen geld had gehad, had ik dat ook prima gevonden. Maar ook dan zou mijn doel precies hetzelfde zijn geweest: schrijven en publiceren. Ik ben niet afhankelijk van het literaire wereldje - ik denk eerder dat het literaire wereldje gezonder wordt door het bestaan van auteurs als ik, die zowel een voet in de commerie als in de kunst hebben. In andere kunstdisciplines is dat al veel langer volkomen gebruiklijk: reclamemakers zoals Erik Kessels verzinnnen beeldende kunstprojecten, makers van dure reclamespots zetten hun creativiteit in voor artistieke films en visuele experimenten, ik werk zelf veel samen met Big Orange, een studio die veel radiospotjes voor bedrijven maakt, maar ook filmmuziek componeert (en daar laatst zelfs een Gouden Kalf mee won), met veel gevraagde vormgevers als Sybren Kuiper,die graag zijn vakmanschap en kunstenaarschap inzet voor voor het vormgeven van bijzondere boeken, met Kees Wennekendonk, die allerlei kunstvormen combineert en dat mede financiert met artistieke diners voor zakenlieden in zijn werfkelder, et cetera et cetera et cetera. Geen van deze mensen hoeft zich artistiek te conformeren, juist omdat ze kunstzinnigheid met vakmanschap combineren en daardoor nooit zonder werk hoeven te zitten. Sterker nog, kunstenaars als wij worden juist veel gevraagd om onze eigenzinnigheid. Conformisme is voor jou mischien een item door je ervaringen met anderen in het benepen letterwereldje, voor mij niet. Ik pak mijn dichterschap aan als een kleine ondernemer, maar dat komt niet voort uit financiële noodzaak; ik vind het leuker zo. Het behoed me voor de wereldvreemdheid die wellicht niet jou en mij, maar toch wel erg veel mensen in het literaire wereldje in haar greep houdt.
Alle goeds en dat de bundel maar succesvol mag zijn! Er zal minstens één exemplaar over de toonbank gaan in Utrecht.
Ingmar Heytze
Geplaatst door: Ingmar Heytze | 02 november 2006 om 23:44
Beste Xavier,
Het is waarlijk geen voorrecht: dat wil ik wel even debiteren. Het is een ellende om te moeten aanzien hoe het dichtbestel, zich vormt naar de duistere kunsten der finansiejen. En daarmee meteen alle dichters die zich menen te moeten schikken naar dat model. En, Xavier, het zijn niet alleen de finansiejen. Nog vele andere, in mijn ogen, verwerpelijke motieven, zoals daar zijn: minderwaardigheidscomplexen, narcisten, aandachtbehoevers, megalomanen en sadomasochisten, dragen bij aan de, het lijkt wel, onstuitbare val van de dichter zoals mij die voor ogen staat. Elke dichter, dat is mijn stellige mening, Xavier, weet, diep binnen in zichzelf, maar ongezien voor de buitenwereld, God zij dank voor dat verhullend vermogen, of hij een ware dichter is, of niet! Dat is de auteur waar ik op doel. Dat is de auteur die er gewoon recht op heeft dat zijn spullen uitgegeven worden. Gewin of geen gewin voor de uitgevers, geliefd of niet geliefd door de lezers, beroemd of onbekend in de kleine of de gehele wereld: het doet er niet toe. Het is nodig, hij is een auteur! Elke uitgeverij zou ware expertise behoren te hebben over wie een ware auteur is, of niet! Dat is volgens mij tamelijk en daarom vrij makkelijk te ontdekken. Nee, de uitgevers zijn gespitst op iets geheel anders, namelijk verkooppotentie, en daar gaat alles, en voor iedereen, en de dichtkunst, dat spijt mij het meest, in het bijzonder, helemaal mis. De dichter verliest de autonomiteit over zijn dichterschap. Begrijp je me, Xavier? Dat bedoel ik niet badinerend, ik meen het werkelijk.
Ik ben de zuivere dichtkunst toegedaan, namelijk die dichtkunst die zonder enig belang dan ook geschreven wordt, en waar de dichter zich, niet ten aanzien van velen, of weinigen, op voorstaat. Volgens mij is in het dichterschap heden ten dage het primaire secundair, en het secundaire primair. Dat doet de kwaliteit van de dichtkunst in onze fijne Nederlandstalige landen geen goed, wat denk jij?
Vriendelijke groet,
Kees Engelhart
Geplaatst door: Kees Engelhart | 03 november 2006 om 00:06
Beste Ingmar,
Dank je ten eerste: voor dat ene exemplaar in Utrecht van Wereldsuccessen.
Ergens, geloof ik, denken wij er wel hetzelfde over. Toch zijn er grote verschillen, en, volgens mij, zijn die grotendeels niet aan ons gelegen! Dat ligt naar mijn idee aan hoe de machtsverhoudingen geschikt zijn in het land der schrijvers en, vanzelf, andere belanghebbenden. Dat alleen al is een beschouwing waard, wat denk je?. Wel is interessant te denken aan, daar ga ik weer natuurlijk, aan onze zo ogenschijnlijk verschillende posities in die wereld, en op welke wijze deze posities invloed uitoefenen op het werk dat wij maken. Dit alles uiteraard ten aanzien van de hoge kwaliteit van de dichtkunst die wij allen nastreven, datgene waar het allemaal om gaat: mij om gaat! De zuivere dichtkunst, de zuivere kunstenaar. Ik bedoel maar.
Vriendelijke groet,
Kees Engelhart
ps
Ik lees het morgen nog even rustig na, ik vertrouw mijzelf zelden.
Geplaatst door: Kees Engelhart | 03 november 2006 om 00:40
Beste Kees,
Vanuit je zuivere dichter snap ik inderdaad beter wat je bedoelt en het vertedert me, wat je schrijft. Toch denk ik dat zelfs de zuivere dichter die een uitgever vindt, zich - al is het maar één keer per jaar bij de financiële afrekening (of hoe gaan zo'n dingen?) - met die door jou verguisde buitenwereld moet verhouden. Maar dat neemt natuurlijk niets weg van het innerlijke gevoel.
Ik vraag me af of de zuivere dichter in jou (ik ga er even van uit dat die er is) zich niet soms een parasiet voelt, levend op de rug van de geldwinner in jou, die wel meedraait in het kapitalistische bestel. Of zit die hiërarchie voor jou goed en krijg je die voor jezelf restloos verantwoord? (ik, werkzoekende, in ieder geval niet)
Ook vraag ik me af hoe je de belangeloosheid van een gedicht/dichter meet. Ook uit het antwoord van Ingmar blijkt dat wat van op een afstand een commercieel belang lijkt, toch een belangeloosheid aan de kant van de dichter kan bevatten. Hij doet iets omdat hij het leuk vindt en leuker vindt dan interim-werk. Einde discussie.
Heb jij voor jezelf een gedicht voor ogen dat overduidelijk vanuit een belang en enkel voor dat belang geschreven is? Bedoel je daar elk gelegenheidsgedicht mee? Kan je dat even verduidelijken?
Zo, nu ga ik even het tweede deel van je mini-interview lezen. Ik heb er alle vertrouwen in dat ik er weer van ga genieten.
Hartelijke groet,
x
Geplaatst door: Xavier Roelens | 03 november 2006 om 11:42
Beste Kees,
Deel twee van je interview was een helder antwoord op mijn vragen, waarvoor dank. Al hoop ik dat je je in het geval van de heer Wigman over je negatieve ervaring heen kan zetten en toch met een open geest zijn werk zal lezen.
Je interview is oprecht en dat is - zoals ik al eerder zei - vertederend.
x
Geplaatst door: Xavier Roelens | 03 november 2006 om 12:14
Beste Ingmar,
Toch nog even... Wat dat FvdL betreft, dat interesseert mij dus wel, dat moge duidelijk zijn. Mij gaat het erom hoe de poet verdeeld wordt. Dat modale middenstanders uit die ruif schijnen te moeten mee pikken, terwijl de armlastige schrijvende ploeteraar, omdat hij niet handig genoeg is, te weinig kennissen heeft, te weinig invloed heeft, op diezelfde wijze die kringen moet zien binnen te komen, om te krijgen waar hij in eerste instantie al recht op had. Jan Arends zei er, tijdens zijn eerste en laatste roerige, door zijn toedoen, vergadering van De Bezige Bij in november 1973 dit over: ' Ja, maar ik maar een gewone boerenknecht. Ik ben een gewone boerenknecht en nu moeten jullie 's naar me luisteren. Als ik... als ik op een gegeven moment de grond om moet spitten, dan wil ik 's avonds, aan het einde van de dag, mijn boterham hebben en als die boterham er is en ik krijg hem niet, dan is het niet juist. Zo... ik hoop dat dat erin staat!'
Begrijp je, om dat soort lieden maak ik mij zorgen. En dan vind ik niet dat ik kan zeggen dat het mij geen sodemieter uitmaakt waar dat geld vandaan komt, en wie daar wel of niet onder lijden. Ik ben een ouderwets, eenvoudig en geengageerd mens. Ik wil niet medeverantwoordelijk zijn, door er aan mee te doen: zonder er iets van te zeggen, dat bijvoorbeeld vele machinaties, waarvan ik denk dat er een luchtje aan zit, gewoon maar door iedereen alsof het normaalste zaak van de wereld is geaccepteerd worden als maatgevend. Daar pas ik voor. Dat conformisme dat jij noemt is voor mij, in dat opzicht, gelijk aan een geslepen vorm van corruptie. Waar altijd de zwakkeren onder zullen lijden. Dat jij je naar eer en geweten het hoofd boven het water houdt, doet mij goed. Maar dat interessante uitgangspunt: of je onder dat soort omstandigheden tot een optimaal rendement van je talent kunt geraken, dat vraag ik mij weleens af? Datzelfde geldt vice versa uiteraard eveneens voor mijn omstandigheden. Mijn makke is, dat ik almaar in de waan verkeer iets te moeten redden. De zuivere dichtkunst, de armlastige schrijver, het verhalende gedicht, enozvoort. Je begrijpt, Ingmar, voor mij is het allemaal ook niet zo makkelijk. Maar ik klaag niet!
Vriendelijke groet,
Kees Engelhart
Geplaatst door: Kees Engelhart | 03 november 2006 om 22:32
Beste Xavier,
Het is mij wonderlijk te moede, nog nooit, in mijn hele leven niet, heeft iemand mij ooit vertederend, zelfs mijn moeder niet, genoemd, laat staan gevonden. Mijn, ik ben licht bewogen, welgemeende dank hiervoor. Ik denk over een en ander na!
Vriendelijke groet,
Kees Engelhart
Geplaatst door: Kees Engelhart | 03 november 2006 om 23:26
Op mijn werk - ik werk met mensen met een verstandelijke handicap - was er vrouwtje voor het gemak Tineke genoemd, die zich om de 2 maanden ziek meldde. Na twee hele dagen op bed met de Swiebertje - tapes werd zij altijd weer als herboren op de werkvloer ontvangen. Maar dit even ter zijde.
Geplaatst door: Peter M. van der Linden | 04 november 2006 om 02:00
Beste Peter,
Laat ik daar nu werkelijk, ook al is het even terzijde, helemaal niets van begrijpen!
Met vriendelijke groet,
Kees Engelhart
Geplaatst door: | 04 november 2006 om 16:35
'Ik wilde dat ik het feit dat ik verzen geschreven heb geheel ongedaan kon maken. Of liever het feit dat ik verzen heb gepubliceerd. Ik zou de herinnering daaraan willen uitwissen uit het geheugen der mensen.' H.Marsman.(Uit 'Naamloos en ongekend')
Daaraan moest ik denken na het lezen van het interview met u, ongeveer zoals men tijdens een uitvaartdienst aan een reclamespotje voor shampoo denkt. Niettemin wens ik dat uw carrière verder vruchtbaar moge wezen.
Geplaatst door: Koenraad Goudeseune | 04 november 2006 om 16:56
Beste Koenraad,
Dat is een welluidend mooie, en, lijkt mij, veelzeggende uitspraak van de heer Marsman, een dichter, laat ik daar vooral duidelijk in zijn, wel degelijk. Zelf heb ik die aanvechting echter nimmer gekend, en daar prijs ik mij gelukkig mee.
Die van die uitvaartdienst, die shampoo en dat reclamespotje begreep ik niet zo erg, maar wel weer veel dank voor het vruchtbare vooruitzicht van mijn toekomst, mocht mijn toekomst onverhoopt mijn carriere zijn.
Met vriendelijke groet,
Kees Engelhart
Geplaatst door: | 05 november 2006 om 01:40
Zonder nu meteen in filosofische discussies te willen te geraken over het 'ik' en essentialistisch denken meld ik toch dit: mij heeft het altijd veel meer geïnteresseerd wat iemand maakt en doet dan wat hij is. Net als de vraag of iets poëzie, proza, prozagedicht, pröezie, episch, lyrisch enzovoort is meer een probleem is voor bibliothecarissen die moeten ordenen. Mij gaat het erom wat het maaksel teweegbrengt, niet wat het is.
Geplaatst door: hans kloos | 05 november 2006 om 12:06
Beste Hans,
En zo is het maar net!
Vriendelijke groet,
Kees Engelhart
Geplaatst door: | 05 november 2006 om 21:15
Beste Hans,
En zo is het maar net!
Op mijn werk - ik werk met mensen met een verstandelijke handicap - was er een vrouwtje voor het gemak Tineke genoemd, die zich om de 2 maanden ziek meldde. Na twee hele dagen op bed met de Swiebertje - tapes werd zij altijd weer als herboren op de werkvloer ontvangen. Maar dit even ter zijde.
Vriendelijke groet,
Peter M. van der Linden
Geplaatst door: Peter M. van der Linden | 06 november 2006 om 01:18
Je instemming bevreemdt me een beetje, Kees, want hierboven ben je toch druk in de weer te bepalen wie nu wel of niet dichter is en wat wel of geen "zuivere" poëzie zou zijn.
Geplaatst door: hans kloos | 06 november 2006 om 10:14
Beste Hans,
Volgens mij zijn het niet de bibliothecarissen die moeten ordenen, wat een vreemd begrip trouwens: ordenen, met betrekking tot de dichtkunst. Wij zijn het: de lezers, wij behoren te bepalen wat ware dichtkunst is en wat niet. Daarvoor is goede smaak nodig. Het willoos navolgen van machinaties leidt tot verslechtering van smaak, en aldus tot mindere dichtkunst. Daar wil altijd maar op wijzen. De lat ligt te laag, en we staren ons blind op onszelf. Daarnaast wil ik ook nog wijzen op, en dat is het verschil waar jij volgens mij op duidt, dat iedereen die dicht heus wel weet of het iets is of niet. Maar tegenwoordig maak je, als je het maar op een bepaalde manier doet, echt wel kans. Terwijl je eigenlijk best wel weet dat het... Tegen die lui zeg ik: stop ermee. Probeer niet te zijn wat je niet bent, stop ermee de dichtkunst nog ingewikkelder te maken dan de dichtkunst al is. Zoals je zegt: het gaat om het maaksel, natuurlijk dat is zo waar. Maar daarvoor is wel, een zekere delicate, en toch uiterst sobere smaak, hard nodig. Daar moet ik altijd maar aan denken.
Met vriendelijke groet,
Kees Engelhart
ps
Hebben we het eigenlijk wel over hetzelfde gehad?
Geplaatst door: | 07 november 2006 om 23:52
Je PS-vraag is inderdaad de vraag, Kees. Ik geloof, geloof ik, niet in 'de ware dichtkunst' of wat je ook maar achter 'de ware ...' wil invullen. Hooguit geloof ik gedichten.
Geplaatst door: hans kloos | 09 november 2006 om 12:19
Beste Hans,
Dan hebben we het, gelukkig, toch over hetzelfde gehad. De maaksels! Ja toch? Onze persoonlijke opvattingen omtrent het, in onze ogen, reilen en zeilen van de dichtkunstwereld mogen we best wel uiten, dat is soms ook fijn, maar doen in feite verder geheel niet ter zake. Het gaat om de maaksels. De maaksels die wij maken. En hoe die beoordeeld worden. Zo is het toch! Het een van het ander scheiden. Wat je er allemaal van vindt, en erover schrijft, of wat dan ook, doet in het geheel niet terzake, als je maar oprechte, in dit onderhavige geval, dichtkunst levert, en dat je dat zelf echt van jezelf weet! Waarop, dat weet je, iedereen er weer iets van mag zeggen en vinden. Maar dat je al die tijd weet dat je het echt wel van jezelf weet, dat je echt dichten kan, en wil, en moet, en zo maar verder... En nergens anders om!
Daar gaat het ons zo een beetje om, Hans, is het niet?
Met vriendelijke groet,
Kees Engelhart
Geplaatst door: | 09 november 2006 om 23:56
Weten, weten... Oprecht...
Dat zie ik niet als noodzaak, Kees.
Geplaatst door: hans kloos | 10 november 2006 om 11:39